De vermogenspositie wordt onderverdeeld in de volgende onderwerpen:
- Eigen vermogen
- Vreemd vermogen
- Weerstandsvermogen
Eigen vermogen
Het eigen vermogen is opgebouwd uit de algemene reserves en de bestemmingsreserves. De algemene reserves bestaan uit de concernreserve en de reserve weerstandsvermogen. De concernreserve heeft geen vastgestelde bestemming en is daarmee ook het vrij besteedbare deel van de reserves. De bestemmingsreserves hebben wel een door de raad vastgesteld doel en kunnen alleen voor dat doel worden aangewend, tenzij de bestemming van de reserve wordt gewijzigd door de raad.
In het meerjarenperspectief daalt het eigen vermogen van € 31,5 miljoen in 2021 naar € 27,5 miljoen in 2025. In de toelichting op het meerjarenperspectief (in de financiële begroting) is een overzicht opgenomen van alle reservemutaties. In de bijlage 'Reserves en Voorzieningen' treft u een overzicht aan van alle algemene- en bestemmingsreserves.
De solvabiliteitsratio geeft de verhouding weer van het eigen vermogen als onderdeel van het totale vermogen. De solvabiliteitsratio bedraagt over 2021 36,7%. Dit betekent dat 36,7% van het gemeentebezit met eigen vermogen gefinancierd is, wat volgens VNG-normen matig is. De ratio van 30,4% in 2025 wordt aangemerkt als matig. Hierbij dient men zich te realiseren dat de resterende 63,3% voor 30,3% bestaat uit lang aangetrokken geldleningen. De rest bestaat uit door de raad ingestelde voorzieningen voor de bekostiging van toekomstige lasten (voor bijv. onderhoud van de openbare ruimte) en uit exploitatie-gerelateerde posten zoals crediteuren en andere nog te betalen bedragen.
Na het kabinetsbesluit over de herijking van het gemeentefonds wordt de solvabiliteitsratio opnieuw bezien en kan bepaald worden of extra maatregelen wenselijk zijn.
Tabel Solvabiliteitsratio 2021-2025 (bedragen * € 1.000)
Prognose per 31 december | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 |
---|---|---|---|---|---|
Eigen vermogen (A) | 31.504 | 29.765 | 28.666 | 27.801 | 27.453 |
Totaal vermogen (B) | 85.766 | 89.666 | 94.078 | 94.392 | 90.347 |
Solvabiliteitsratio (A/B) | 36,7% | 33,2% | 30,5% | 29,5% | 30,4% |
Vreemd vermogen
Het vreemd vermogen is opgebouwd uit de voorzieningen en de schulden.
Voorzieningen
De stand van de voorzieningen bedraagt per 1 januari 2022 € 12,5 miljoen en neemt in 4 jaar tijd af naar € 12,4 miljoen. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen en bijlage 2.
Schulden
De schulden van de gemeente Voorschoten bestaan uit langlopende en kortlopende geldleningen. Op de langlopende geldleningen wordt jaarlijks afgelost.
Binnen de integrale financiering zal Voorschoten per 1 januari 2022 naar verwachting voor € 26,0 miljoen aan langlopende geldleningen en € 6,0 miljoen aan rekening courant aangetrokken hebben. De netto schuldquote per 1 januari 2022 is 41,6%, neemt in 2022 toe tot 55,0% en eindigt eind 2025 op ca. 61,4%. Eind 2025 bedraagt de omvang van de lang aangetrokken financiering naar verwachting ca. € 35,4 miljoen.
Voor een uitgebreide toelichting wordt verwezen naar de paragraaf Financiering.
In de Nota schuldenbeheersing is afgesproken de omvang van de totale schuld, dus de lange én korte schuld, niet meer te laten oplopen dan € 53 miljoen. Uitgaande van een geëxtrapoleerd jaarlijks gemiddeld vervangingsinvesteringentotaal van € 2,5 miljoen wordt die grens bereikt als van 2022 tot en met 2030 jaarlijks gemiddeld ca. € 2,0 miljoen aan aanvullende investeringen wordt gerealiseerd (dus boven de in het meerjarenperspectief opgenomen investeringsplan). Omdat deze € 15,1 miljoen investeringsruimte nog niet concreet is ingevuld zijn de daaruit voortvloeiende bedragen nog niet in het voorliggende meerjarenperspectief verwerkt.
Weerstandsvermogen
De verhouding tussen de beschikbare weerstandscapaciteit en de benodigde capaciteit ten opzichte van de jaarrekening 2020 is ongewijzigd. Bij de jaarrekening 2020 was deze 5,9 en bij de begroting 2022 geldt een score van 5,9. De huidige omvang van de reserve Weerstandsvermogen staat op dit moment op € 4,0 miljoen en is daarmee hoog genoeg ten opzichte van de verwachte benodigde € 3,4 miljoen.